0

Veiligheid voorop!

Dat is de belangrijkste kernwaarde als je het hebt over speeltoestellen. Of je nu een speeltoestel aan het ontwerpen, produceren of keuren bent, een speeltoestel moet altijd veilig zijn. Om dit te waarborgen is er in Nederland het WAS (Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen), in dit besluit zijn de regels opgesteld waaraan leveranciers en fabrikanten van speeltoestellen moeten voldoen. Henri, medewerker Veilig spelen & Certificering, legt je graag een en ander uit omtrent het keuren van speeltoestellen.

Speeltoestel vs speelaanleiding

Wel keuren, niet keuren, dat is het verschil tussen speeltoestellen en speelaanleidingen. Maar wat is een speeltoestel? Het WAS omschrijft een speeltoestel als volgt: “Een speeltoestel is een constructie gemaakt voor vermaak of ontspanning waarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van de zwaartekracht of fysieke kracht van de mens”. Een speeltoestel valt dus onder het WAS en moet te allen tijde gekeurd worden. Park- en straatmeubilair, sporttoestellen, wilgentenentunnels, etc. vallen hier dus niet onder en hoeven dan ook niet gekeurd te worden.

Keuring vs inspectie

Een ander belangrijk aspect is het verschil tussen een keuring en een inspectie. Deze termen worden nog regelmatig door elkaar gebruikt. Maar wat is nu precies het verschil? Een keuring vindt plaats voordat een speeltoestel bespeeld mag worden, inspecties volgen zodra het speeltoestel in gebruik is genomen.

Een tweede verschil: door wie mag het uitgevoerd worden? Het certificeren van speeltoestellen wordt uitgevoerd door een daartoe aangewezen keuringsinstantie (AKI). Inspecties daarentegen mogen door ieder bekwaam persoon uitgevoerd worden. Bekwaam is hierin een breed begrip, maar let wel op, als inspecteur ben jij verantwoordelijk voor het onderhoud en de staat van speeltoestellen. Dus mocht je kennis toch niet toereikend zijn, kies er dan voor om een opgeleide inspecteur de inspecties te laten doen. Want de veiligheid van spelende kinderen gaat voor alles!

Keuren, hoe gaat dat in zijn werk

Het keuren van een speeltoestel bestaat uit 4 fases: aanvragen keuring, het opstellen van een Technisch Constructie Dossier (TCD), fysiek beoordelen van het speeltoestel door een AKI en het maken van een rapport en certificaat.

Aanvraag keuring en opstellen TCD

Voordat je aan het certificeringstraject begint, is het belangrijk om te bepalen wat voor soort keuring je wilt laten uitvoeren, een stuks- of typekeuring.

Een stukskeuring houdt in dat het speeltoestel gekeurd wordt op de plek waar het komt te staan, hierbij zijn de omgeving en de ondergrond van het speeltoestel van groot belang. Een stukskeuring vindt daarom altijd plaats nadat het speeltoestel gemonteerd is. In ons geval gaat het dan vaak om maatwerk toestellen.

Daarnaast heb je een typekeuring. Een speeltoestel met dit keurmerk is op voorhand al gekeurd en mag direct na plaatsing bespeeld worden. Eén grote voorwaarde: het toestel moet precies hetzelfde zijn als het type kenmerkend monster, het toestel dat beoordeeld is voor de typekeuring.

Aan de hand van het soort keuring stel je een TCD op waarin de gegevens van het toestel, de locatie, etc. staan. 

Fysieke keuring

Naast het beoordelen van het dossier dient het toestel ook fysiek beoordeeld te worden. Hierbij wordt er bepaald of het toestel voldoet aan de gestelde wetten zoals het WAS en de Europese norm (EN 1176). Bij de keuring wordt het toestel onder andere beoordeeld op beknellingsrisico’s, valgevaar en valondergronden.

Rapportage

Op basis van het TCD en de keuring op locatie wordt er een rapportage opgesteld: goedkeur of afkeur. In geval van goedkeur volgt het certificaat. In geval van tekortkomingen dient het toestel aangepast te worden zodat het aan de veiligheidseisen gaat voldoen. Zodra de aanpassingen goedgekeurd zijn volgt ook hier het certificaat.

Certificaat

Zodra het toestel als veilig is bevonden wordt het certificaat verstrekt. Met dit certificaat wordt bewezen dat alle veiligheidsrisico’s zijn uitgesloten of zijn beperkt tot een acceptabel niveau.

Toch krijgen wij na het afgeven van het certificaat soms nog de vraag: “Mag dit nog gewijzigd worden”? Daar kunnen we kort en bondig over zijn: Nee. Of het kan? Jazeker! Maar houd er rekening mee dat bij elke wijziging, groot of klein, het certificaat vervalt en het toestel opnieuw door het certificeringstraject dient te gaan.

Uitdagingen

Als we Henri vragen wat zijn werk zo bijzonder maakt zegt hij: “Bij het keuren van speeltoestellen zijn er ook veel uitdagingen. Het meest spannende is hoe het toestel wordt beoordeeld door een inspecteur. Ondanks de vele regels en voorschriften die er zijn is er een groot grijs gebied in de norm. We zien dan ook regelmatig dat elke AKI dit gebied anders interpreteert, wat het voor ons als leverancier soms erg lastig maakt.”

“Ook wil ik de doorlooptijd tussen de montage en het verstrekken van een certificaat zo kort mogelijk houden. Dit begint bij het correct produceren van een speeltoestel. Maar je bent ook afhankelijk van externe factoren. Dit maakt het soms lastig”. Maar uiteindelijk is het het belangrijkste dat de kinderen veilig kunnen spelen! Of het dan erg is als het certificaat wat langer op zich laat wachten is te betwisten.